De ‘r’ gaat uit de maand, de ‘four sweet months of the year’ kondigen zich aan! Cappella ad Fluvium brengt een Engels programma waarin de bloemen, de vogels en de liefde, lente en zomer worden bezongen. Het programma bestaat ongeveer voor de helft uit oude, het Renaissance-repertoire en voor de helft uit meer recente muziek, die van de 20e en 21e eeuw.
Ter ere van hun vierhonderdste sterfdag beginnen we met enkele madrigalen van William Byrd en Thomas Weelkes, beiden overleden in 1623. Daarna volgen een pareltje van Edward Elgar, twee ‘Flower Songs’ (1950) van Benjamin Britten en de zeven ‘Songs of Springtime’ (1933) van Ernest John Moeran, o.a. op teksten van Shakespeare. Ook op tekst van William Shakespeare: ‘Shall I compare thee to a summer’s day?’ (2021) van de Nederlander Marc Dupuis. Dit laatste is een bijna-première: alleen zijn eigen ‘William Byrd Vocaal Ensemble’ uit Leiden zong het eerder.
Twee dromerige liederen zonder tekst, ‘to be sung of a summer night on the water’ (1917) van Fritz Delius vormen het rustpunt in dit bloemrijke programma. Het concert krijgt een ”royal” tintje met de uitvoering van ‘The Triumphs of Oriana’, een madrigaalbundel uit 1601 ter ere van Queen Elizabeth I, wier verre nazaat King Charles op 6 mei 2023 zal worden gekroond.
Programma
Thomas Weelkes: In pride of May
William Byrd: Crowned with flowers
Benjamin Britten: Five Flower Songs, The evening primrose
John Ernest Moeran: Seven songs of springtime
Under the greenwood tree
The river-god's song
Spring, the sweet spring
Love is a sickness
Sigh no more, ladies
Good wine
To daffodils.
Benjamin Britten: Five Flower Songs, To daffodils
William Byrd: Though Amarillis dance in green
Thomas Weelkes: The Nightingale
Thomas Morley (red.): The Triumphs of Oriana
John Bennet: All creatures now are merry minded
Richard Carlton: Calm was the air
John Mundy: Lightly she whipped over the dales
John Farmer: Fair nymphs
Frederick Delius: To be sung of a summernight on the water
Slow, but not dragging
Marc Dupuis: Shall I compare thee to a summer’s day?
Edward Elgar: My love dwelt in a northern land
Frederick Delius: To be sung of a summernight on the water
Gaily, but not quick